Instructeurscursus van Paarden Begrijpen
In mei 2007 is de Instructeursopleiding van Marijke de Jong van start gegaan.
De opleiding bestond uit 10 lesdagen, waarop theorie, praktijk en didactiek uitgebreid aan de orde kwamen.
Hieronder treft u een impressie en kort verslag van de cursusdagen aan.
INSTRUCTEURSDAG 11 HET EXAMEN 10 juli 2008
Op 10 juli 2008 was het eindelijk zover, het examen praktische vaardigheden van de instructeursopleiding. Iedereen was behoorlijk gespannen, maar vol goede moed.
We begonnen met het theorie examen over de grootmeesters van de rijkunst. In de middag werd het praktische examen gereden, welke bestond uit alle onderdelen:
- het werk aan de hand
- longeren
- rijden.
Afhankelijk van de graad waarvoor men opging, moesten de verschillende oefeningen in stap en/of draf getoond worden. Het werd al met al een erg lange dag, waarop de trek toesloeg. Besloten werd om wat pizza's te bestellen, ook voor de examinatoren.
Na het beraad van de examinator, kregen we te horen dat we allemaal geslaagd waren! Gefeliciteerd allemaal!
Nu kan iedereen met een volle rugzak aan kennis en vaardigheden het land in om les te geven.
INSTRUCTEURSCURSUS DAG 10 5 juni 2008
Als voorbereiding op het theorie-examen van 10 juli behandelde Marijke de boeken die wij dit jaar hebben moeten bestuderen.
Van de grootmeesters Antoine de Pluvinel (1552-1620) en Francois Robichon de la Guérinière (1688-1751) werden de methodes en hun ideeën besproken.
In het praktijkgedeelte moesten de vier ruiters die de vorige keer afwezig waren nog examen doen in het lesgeven.
Alle vier, Jacobien, Karin, Monique en Marion, zijn geslaagd. Proficiat!
Vervolgens heeft Marijke met Romanesque alle praktijkonderdelen van het examen nog even doorgenomen en laten zien.
Daarna mochten wij aan de slag en konden alle onderdelen van het examen, longeren, werk aan de hand en het rijden, nog even doorlopen.
De laatste tips werden gegeven en nu nog een maandje goed oefenen voor het examen op 10 juli 2008.
INSTRUCTEURSCURSUS DAG 9 8 mei 2008
Het was een mooie zonnige dag waarop we in mei bijeen kwamen voor de alweer 9e lesdag van de Instructeurcursus.
Tijdens het theoriegedeelte werd er informatie gegeven omtrent het ontwikkelen van een missie en een visie.
Onder een missie wordt verstaan welke doelen een instructeur nastreeft en wat hij wil bereiken. De visie beschrijft de manier waarop hij of zij dit wil bereiken.
Tevens werden er allerhande praktische tips gegeven over de bedrijfsmatige kant zoals de PR, boekhouding, tarieven, een website maken, internet en dergelijke.
In het praktijkgedeelte konden we vandaag oefenen in het lesgeven voor ons examen. Derhalve had Marijke diverse combinaties uitgenodigd, waarop wij ons uit mochten leven.
Op het terras werd de opzet van de praktijk uitgelegd en kreeg iedereen een combinatie toegewezen.
Iedereen ging voortvarend aan de slag. Het resultaat was zeer positief wat Marijke deed besluiten om dit onderdeel vandaag al af te sluiten en ons allemaal te laten slagen voor het lesgeven!!!!
INSTRUCTEURSCURSUSDAG 8 3 april 2008
Een zeer interessante theoretische beschouwing over diverse methodes die gangbaar zijn in de dressuurtrainingen vulde het ochtendprogramma van deze 8e instructeurscursus Rechtrichten.
De methodes die bekeken werden, waren:
- het systeem van Antoine de Bodt
- het systeem van de ARR
- het systeem van Philippe Karl, gebaseerd op de methode van Baucher: Légéreté.
- het LDR-systeem (laag, diep en rondsysteem)
- het Skala der Ausbildung
Door de verschillende systemen eens naast elkaar te zetten en ze nader te bestuderen, wordt al snel duidelijk dat elk systeem goed kan werken als het door bekwame mensen met de juiste bedoeling, op de juiste wijze en op het goede moment in de training wordt toegepast.
Noodzakelijk hiervoor is:
- een theoretische basiskennis;
- grote vaardigheid verkregen door ervaring;
- de juiste intentie;
- een correcte timing van de hulpen;
- weten wanneer men iets (nieuws) toepast.
Een overeenkomst tussen alle systemen was dat elk systeem zich bewust is van de natuurlijke scheefheid van een paard en dit op een zeker moment in de training meepakt.
Het praktijkgedeelte omvatte de volgende opdracht.
“Met het paard van een andere cursist een presentatie rechtrichten geven.”
Dit mocht door het werk aan de hand, rijdend of een combinatie van beiden gedaan worden.
Deze opdracht deed een groot beroep op zowel de parate theoretische kennis als de vaardigheid van de cursisten.
Essentieel was daarbij dat het verhaal
- logisch opgebouwd was;
- een duidelijke rode draad bevatte;
- goed verstaanbaar was, ook tijdens het werk;
Dit moest gecombineerd worden en leiden tot een duidelijk, logisch opgebouwd en verantwoord verhaal. Terwijl de getoonde arbeid met het paard één en ander kon verduidelijken of laten zien. Dit alles moest gebeuren in ongeveer 20 minuten.
Naar aanleiding van de bevindingen met het betreffende paard tijdens de presentatie moest de presentator de eigenaar van het paard lesgeven op zijn paard.
INSTRUCTEURSCURSUSDAG 7 6 maart 2008
Tijdens deze 7e cursusdag werd het thema “essentieel lesgeven” behandeld.
Wanneer men lesgeeft aan een combinatie zijn er vaak verschillende dingen die je ziet en die wellicht verbeterd kunnen worden. De kunst van de instructeur is de essentie uit het geheel te pakken en daarop de aanwijzingen te geven. Zodat de ruiter niet overladen wordt met informatie en aanwijzingen, terwijl hij of zij zich probeert te concentreren op het paard. Een regen van aanwijzingen zullen zeker niet op hun bestemming aankomen.
Het is dus belangrijk om slechts enkele aanwijzingen te geven, die de op dat moment meest belangrijke elementen belichten. Vaak is er één aanwijzing die bij de combinatie op dat moment de grootste verbetering teweeg kan brengen. Het is dus belangrijker om slechts enkele kwalitatief goede aanwijzingen te geven dan heel veel aanwijzingen die hun doel missen (kwaliteit i.p.v. kwantiteit). Bovendien is het vaak zo dat wanneer je de grootste fout kan verbeteren diverse kleinere foutjes tegelijkertijd verdwijnen.
Het grote voordeel voor de leerling is dat door de spaarzame aanwijzingen van de instructeur, hij tijd krijgt om te gaan proberen en vooral te gaan voelen. Op die manier leert hij de informatie met het bijbehorende gevoel combineren, zodat hij tijdens de training thuis het goede gevoel weer kan opzoeken en dus een zelfstandige ruiter/trainer wordt voor zijn paard. Het moet niet zo zijn dat de ruiter zonder nadenken en voelen, uitvoert wat de instructeur zegt. Wanneer de ruiter dan thuis op eigen kracht verder moet trainen, weet hij niet hoe hij dit moet doen.
De dag werd verdeeld in twee korte stukken theorie en twee grote stukken praktijk. In de praktijkgedeelten gaven alle instructeurs om de beurt een kwartier les aan 2 combinaties. Het eerste kwartier omvatte het werk aan de hand en het tweede kwartier werd er gereden.
De ruiters werden geacht te gaan rijden als zelfdenkende, zelfstandige trainers/ruiters, op de manier zoals ze thuis hun paard trainen. De instructeur moest op een kruk blijven zitten en zijn aandacht verdelen over beide combinaties. Dit had als voordeel dat men niet constant alle aandacht aan 1 combinatie kon geven en er ruimte voor de ruiter ontstond om te “oefenen”.
Een tweede voordeel was dat de instructeur slechts aanwijzingen kon geven als de ruiter in zijn directe omgeving reed zodat het verstaanbaar was. Dientengevolge moest de aanwijzing dus kort en ter zake doende zijn.
INSTRUCTEURSCURSUSDAG 6 7 februari 2008
De eerste instructeursdag van 2008 vond plaats op 7 februari 2008. Het onderwerp van deze dag was de structuur in de theorie en in de praktijk. Zoals elke sporter werkt met speciale trainingsschema’s en specifieke trainingsoefeningen in een bepaalde volgorde, zo kan ook het paard getraind worden volgens een vaste systematiek en opbouw.
Deze opbouw bestaat uit de volgende rechtrichtende oefeningen:
- voltes: voor de lengtebuiging (aanspannen en rekken van de spieren), ondertreden binnenachterbeen en voorwaarts neerwaarts lopen;
- schouderbinnenwaarts: traint het binnenachterbeen dat naar het zwaartepunt moet grijpen, zodat het buigzamer, soepeler en sterker wordt;
- travers: traint het buitenachterbeen onder de massa te treden, waardoor het soepeler en sterker wordt;
- renvers: traint het paard meer op eigen benen te lopen, doordat het niet zoveel steun van de wand meer heeft;
- appuyeren: voor het trainen van beide achterbenen die beurtelings naar het zwaartepunt moeten grijpen. En het paard moet goed tussen de
- hulpen van de ruiter blijven;
- werkpirouette: is een verzamelende oefening die beide achterbenen soepeler en sterker maakt.
Tijdens al deze oefeningen moet de lengtebuiging, het voorwaarts neerwaarts de ruiterhand willen volgen/zoeken en het ondertreden van de achterbenen altijd gewaarborgd blijven.
Op deze manier worden de oefeningen dus gebruikt en ingezet om het paard spiertechnisch te trainen, zodat hij soepel, buigzaam, wendbaar en sterk wordt en niet omdat de oefening zo leuk is om te rijden of omdat het er zo leuk en indrukwekkend uitziet.
In het praktijkgedeelte moesten bovenvermelde oefeningen in systematische volgorde getoond worden. Zowel aan de hand als rijdend.
De oefeningen worden steeds gereden op de lange zijden en de korte zijden worden gebruikt voor de lichamelijke en geestelijke ontspanning (rekken van de spieren) na iedere oefening. Hierbij blijft het paard wel gesteld en gebogen in linker- of rechterbuiging (schoudervoor).
De volgorde van de oefeningen op de lange zijden:
- enkele voltes links- en rechtsom;
- schouderbinnenwaarts;
- travers;
- schouderbinnenwaarts en ombuigen naar de renvers;
- appuyeren naar het midden;
- op het midden een werkpirouette en terug appuyeren naar de lange zijde;
- en vervolgens in renvers de hoek door.
Vervolgens van hand veranderen en dezelfde oefeningen in dezelfde volgorde op de andere hand.
Waar mogelijk konden ook enkele oefeningen in draf gedaan worden, wederom in dezelfde volgorde.
INSTRUCTEURSCURSUSDAG 5 29 november 2007
Op 29 november 2007 was alweer de 5e cursusdag van de “Instructeurscursus Rechtrichten”.
Ditmaal ging het o.a. over “de mentale hulpgeving”, het vergroten van het ruitergevoel, de bewustwording etc.
Een boeiend onderwerp wat veel stof deed opwaaien en zorgde voor nogal wat hilariteit. Marijke had voor ons een leuke “speeltuin” opgesteld met trampoline, balansschijf, skippybal enzovoorts.
Na de pauze gaf Jacobien een boeiende presentatie over “Het Appuyement"
Tijdens het middaggedeelte gaven we elkaar één op één les op het barebackpad, waarbij de les gericht moest zijn op de items van die ochtend, dus het ruitergevoel, de bewustwording, coördinatieverbetering etc.
Voor dit jaar zit de cursus erop en pakken we de draad weer op op 7 februari 2008
INSTRUCTEURSCURSUSDAG 4 25 oktober 2007
Inmiddels hebben we op 25 oktober 2007 alweer de 4e cursusdag van de cursus Rechtrichten gehad, welke wordt georganiseerd en geleid door Marijke de Jong van Paarden Begrijpen.
Het ochtendprogramma bestond dit maal uit een stuk theorie betreffende het doel en de uitvoering van de diverse rechtrichtende buigingsoefeningen.
Daarna gaf een van de cursisten een presentatie over een vrij gekozen onderwerp gerelateerd aan het rechtrichten.
Na een heerlijke lunch genoten te hebben, begonnen we aan het praktisch middagprogramma.
De opdracht voor het praktische middagprogramma was het lesgeven aan een medecursist op je eigen paard alsof het het paard van de cursist was en daarbij de beginselen van het rechtrichten uitleggen. Twee aan twee gingen we vol goede moed aan de slag.
Terwijl Marijke rondliep, luisterde en zo nodig ingreep, adviseerde en corrigeerde. Al met al leverde het vele leerzame, grappige en interessante momenten op.
Aan het einde van de dag waren we weer veel kennis en ervaringen rijker en konden we voldaan huiswaarts keren.