Paardrijden is een zeer ingewikkelde bezigheid, waarbij denken, zien, voelen en doen allemaal meespelen

De Kaptoom

De kaptoom is een soort eenvoudig (meestal) leren hoofdstel zonder bit.
Hij bestaat uit een flexibele, beklede stalen neusriem. Op deze neusriem zijn drie ringen bevestigd. De middelste ring is bedoeld om de werklijn of longe aan te bevestigen. Aan de twee buitenste ringen kan een teugel bevestigd worden. Dan is er nog een kaakriem die voorkomt dat de bakstukken in de ogen kunnen komen.

Voordeel van de kaptoom

  • Het voordeel van de kaptoom is dat hij indirect inwerkt op het minder gevoelige neusbeen en op basis van druk achter de oren. In tegenstelling tot een werklijn of longe die direct is bevestigd aan de trensring van een hoofdstel, waardoor er een storing kan optreden in de aanleuning met het mondstuk. Dit kan aanleiding voor het paard zijn de tong over het bit te gooien, de onderkaak naar voren te schuiven, of de tong uit de mond te laten hangen. Hier kan de ruiter veel last van hebben later in de opleiding/training.
  • De kaptoom geeft de mogelijkheid het paard te controleren zonder te storen op de lagen in de mond.

Bevestiging kaptoom:

  • een kaptoom dient aangesloten om het paardenhoofd te liggen, zodat hij niet kan gaan schuiven en derhalve precies kan inwerken.
  • Ook de keelriem dient aangesloten om de kaak te liggen, zodat de bakstukken niet in de ogen kunnen komen en de kaptoom dus vast ligt om het hoofd.
  • De neusriem moet op gelijke hoogte liggen als de hoge neusriem uit een engels hoofdstel. Dat wil dus zeggen 2 à 3 vingers onder het jukbeen. Soms, b.v. bij onstuimige paarden, kan de neusriem beter iets lager liggen. In het algemeen geldt: hoe hoger de neusriem hoe milder hij inwerkt. In ieder geval mag hij nooit zo laag liggen dat hij de neus dicht kan duwen en zo de ademhaling bemoeilijkt

Longeren met de kaptoom:

Door de longe aan de middelste neusring te bevestigen, kan men het paard op de volte leren buigen van het puntje van zijn neus tot en met zijn staart.
Wanneer men de longe aan de linker of rechter neusring bevestigt, trekt de buiging niet door het gehele lichaam van het paard (van de eerste halswervel t/m de staartwervels), waardoor de binnenheup niet bereikt kan worden.

Wanneer men longeert met de longe direct aan een van de trensringen van een bit, bestaat de mogelijkheid (vooral bij lastige paarden), het bit door de mond te trekken.
Wanneer men de longe via de ene trensring over het hoofd achter de oren langs, naar de andere trensring bevestigd, kan, bij veel druk op de longe, het bit in de mond van het paard samengeknepen worden, waardoor het notenkrakerseffect ontstaat.

Longeren aan het halster is niet raadzaam, omdat deze niet aansluit om het paardenhoofd en daardoor heen en weer kan schuiven. Bovendien kan op die manier het halster de huid beschadigen. (vooral nylon halsters).
Longeren met bijzetteugels zet het paard vast. Op die manier kan men geen invloed meer uitoefenen op het zwaartepunt en de natuurlijke scheefheid. Zodoende blijft het paard zich scheef voortbewegen.

Werk aan de hand of rijden met de kaptoom

Als het paard geleerd heeft zich te buigen in de lengte, waarbij hij correct ondertreedt met het binnenachterbeen en zich daarbij voorwaarts neerwaarts beweegt, is het mogelijk om aan de twee buitenste ringen van de kaptoom een teugel te bevestigen.

Met de teugel aan de buitenste ring kan het paard nu gevraagd worden zijn schouder vermeerderd naar binnen te plaatsen, zodat de buiging wordt vergroot en er een schouderbinnenwaarts ontstaat. Bovendien kan met de buitenteugel de mate van stelling geregeld worden.



 Terug naar "Rijkunstige opleiding"

Terug naar boven

Heeft u vragen of interesse?

Heeft u vragen, opmerkingen of interesse? Vult u dan onderstaand formulier in en u ontvangt zo spoedig mogelijk bericht.

Naam:
Email: