6. DE SCHEEFHEID VOOR
De natuurlijke scheefheid en het verschil in stuwen en dragen van de achterbenen resulteert in een verschil in gebruik van de voorbenen en schouders.
Door deze ongelijke, natuurlijke gewichtsbelasting kennen de voorbenen een links- of rechtshandigheid (vergelijk met schrijven).
De meeste mensen kennen een rechtshandigheid. Het grootste deel van de paarden kent ook een rechtshandigheid. Dit houdt in dat hun rechtervoorbeen sterker is dan hun linkervoorbeen.
Dit kan resulteren in een zichtbaar asymmetrische bespiering van de schouders. Ook aan de hoeven is soms het verschil te zien in de vorm van een plattere, bredere hoef en een steilere, smallere hoef.
Dit voorbeen vangt het grootste deel van het gewicht op, terwijl de andere schouder zich met minder gewicht, vrijer kan bewegen.
In de vrije natuur vormt dit aspect juist een voordeel. Zo hoeft een roofdier nooit na te denken met welke poot hij als eerste zijn prooi zal slaan. Het is een automatisme dat hem helpt te overleven.
Als gevolg van de natuurlijke scheefheid kennen de achterbenen een verschil in stuwen en dragen. Als gevolg van de natuurlijke scheefheid en het verschil in de achterbenen zien we in de voorbenen een verschil in schoudervrijheid.
| Voorbenen | Achterbenen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
