Een eigen paard koop je met verstand om er later vanuit je hart van te genieten.

DE EERSTE ZEVEN WEKEN TRAINING                     6 juni t/m 12 juli 2009

Saleroso is de eerste 7 weken dat hij bij Klassiek Paardrijden is, uitsluitend getraind door middel van het werk aan de hand en het longeren.

Na de eerste kennismaking en bevindingen in week één, heb ik een trainingsopzet gemaakt.

TRAININGSSCHEMA

Longeren:
in stap en draf
overgangen
halt - stap
stap - halt
stap - draf
draf - stap
halt – draf

werk aan de hand
in stap daarna in en draf             
volte
schoudervoor
schouderbinnenwaarts
travers
renvers
appuyement
werkpirouette

TRAININGSDOELEN

Fysiek
lengtebuiging links en rechts
ondertreden binnenachterbeen
voorwaarts neerwaarts
        -> BALANS

 

 

mentaal:
ontspannen: voorwaarts gaan met grote ruime passen
concentratie
zich laten leiden

 

 Zowel aan de longe als in het werk aan de hand, ligt de nadruk op de correcte lengtebuiging, het ondertreden met het achterbeen en het voorwaarts neerwaarts gaan. Hierbij is het belangrijk dat de stapgrootte van het achterbeen naar voren (onder het lichaam) ruimer wordt en dat de swing van het achterbeen naar achteren nooit groter is dan de swing naar voren. (Balans tussen stuw- en draagkracht).

 

Om de achterbenen sterker en soepeler te maken, beginnen we met:
• de training van het binnenachterbeen d.m.v. de schouderbinnenwaarts
• de training van het buitenachterbeen d.m.v. de travers
• daarna volgen de renvers, het appuyement en de werkpirouette) 

Gedurende deze zes weken heeft Saleroso zich, aan de hand van het trainingsplan, zeer voorspoedig ontwikkeld.
We hebben elkaar inmiddels goed leren kennen en iedere week gaat de samenwerking vloeiender, begrijpt hij het beter en kan hij het makkelijker uitvoeren.

De korte dribbelende beweging zonder lengtebuiging maakt geleidelijk aan plaats voor grotere, ruimere passen, waarbij het binnenachterbeen naar het zwaartepunt treedt.
Door de gymnastiserende oefeningen wordt hij:
• steeds soepeler in zijn lengte-as.
• soepeler in zijn bekken
• sterker in de achterbenen
• buigzamer in zijn achterhandgewrichten
• krijgt hij meer halslengte
• verbetert zijn balans
• krijgt hij meer zelfhouding.

Saleroso is een mentaal sterk paard. Hij heeft een koel karakter en is niet snel onder de indruk van iets of iemand.
Dit vraagt van de trainer een ontspannen, doelbewuste en zekere houding en uitstraling, waarbij het wederzijdse respect niet verloren mag gaan.
Het gevaar bestaat dat men zijn attitude als dominant en irritant ervaart en dit gaat afstraffen. Ook bij een dergelijk zelfverzekerd paard is het belangrijk dat men het paard juist beloond, zodat hij weet wat goed is en dat zijn medewerking zeker gewaardeerd wordt.

De kunst is om hem te blijven boeien voor het werk, zodat “twee geesten willen wat de twee lichamen kunnen”. (’The two minds must want what the two bodies can’’ (Bent Branderup)).

Longeren
Iedere training begint met longeren.

Naarmate hij meer balans en zelfhouding krijgt, kan de longe steeds langer worden zonder dat hij zijn vorm verliest of het tempo en ritme veranderd.

Tijdens het longeren ligt de nadruk op:
• lengtebuiging
• ondertreden met het binnenachterbeen
• voorwaarts neerwaarts bewegen van hoofd en hals

Hij moet voorwaarts gaan:
• in ontspanning:
• gebogen van staart tot oor (bovenlijn lang)
• gebogen in zijn lengte (buitenlijn lang)
• met grote, ruime, regelmatige passen
• met een constant blijvend tempo
• met zelfhouding

Dit alles moet gebeuren aan een nageeflijke longe. Spanning in de longe wijst op:
• het verloren gaan van de juiste lengtebuiging,
• niet goed ondertreden van het achterbeen,
• balansverlies
• en dus de rechtgerichtheid. 

 

 

 

De natuurlijke voorkeur voor de linkerbuiging is goed merkbaar tijdens het longeren.
Het linkerachterbeen moet er telkens goed ondergebracht worden, zodat hij niet over de buitenschouder valt en de
cirkel steeds groter wordt of zich verplaatst.


Rechtsom valt hij daardoor meer naar binnen op de binnenschouder,
zodat ik goed moet letten op de correcte lengtebuiging en het naar
binnen brengen van de binnenheup. Deze kant is duidelijk minder favoriet.

Rechtsom:
• is het tempo lager, doordat het rechterachterbeen minder hard stuwt
• valt hij meer op de binnenschouder door gebrek aan lengtebuiging
• gaat hij minder makkelijk voorwaarts neerwaarts, doordat het binnenachterbeen minder ver naar voren grijpt, waardoor hij eerder op de voorhand komt te lopen.

Op de voorhand

Saleroso loopt duidelijk nog op de voorhand. De stuwkracht van het achterbeen is groter dan de draagkracht. Het is belangrijk dat de swing van het achterbeen naar voren steeds een beetje groter wordt.


Er zal een horizontaal evenwicht ontstaan, met een evenredige gewichtsverdeling over de voor- en de achterbenen, wanneer de swing van beide achterbenen naar voren even groot is als de swing naar achteren.

 

 Indien we uitsluitend de stuwkracht verminderen (de beweging van het achterbeen naar achteren) maar de beweging van het achterbeen naar voren niet ontwikkelen, dan zal het paard alsnog op de voorhand lopen.
Het ontwikkelen van de paslengte naar voren is noodzakelijk willen we het paard in een horizontaal evenwicht laten lopen met een voorwaarts neerwaartse tendens.
Tevens vormt dat de basis die nodig is om een paard te gaan verzamelen.

Bovendien is het belangrijk dat beide achterbenen gelijkmatig stuwen en dragen, zodat het gewicht over beide voorbenen evenredig verdeeld wordt en niet het gevaar bestaat dat een van beide voorbenen overbelast raakt (rechtgerichtheid).


Het op de voorhand lopen is ook goed te zien in de voorbenen. Het voorbeen beweegt zich ver onder het lichaam, naar achteren en minder ver naar voren. Wanneer beide achterbenen sterker worden en meer gewicht kunnen gaan dragen, kan er gewicht van de voorhand overgebracht worden naar de achterhand. Hierdoor wordt de voorhand ontlast en kan het voorbeen sneller opgetild worden en naar voren geplaatst worden.

Hierbij gaat het niet om hoe hoog hij het voorbeen optilt, maar waar hij hem uiteindelijk op de grond plaatst. Het voorbeen moet zich vanuit de loodlijn hoofdzakelijk naar voren bewegen.

 
Een ander aspect dat meespeelt bij het op de voorhand lopen is het voorwaarts neerwaarts gaan.

Wanneer het achterbeen nog niet voldoende naar voren grijpt en zodoende nog niet zoveel gewicht draagt, terwijl het paard keurig voorwaarts neerwaarts loopt, fungeert hoofd en hals als een soort contragewicht. Dit extra gewicht komt op de voorhand erbij.

Toch moeten we dit proces van op de voorhand lopen, tijdelijk laten bestaan, omdat het belangrijk is dat het paard leert zijn bovenlijn zo lang mogelijk te maken en de hand van de ruiter of longeur ten allen tijde moet “durven” volgen.

De volgende stap is echter dat het paard zich zoveel voorwaarts neerwaarts moet bewegen, dat hij dit gewicht (van hoofd en hals) vanuit het naar voren swingen van het achterbeen moet kunnen dragen. Hij draagt als het ware zijn hoofd en hals voor zich uit. De tendens voorwaarts neerwaarts wordt dan meer "voorwaarts, voorwaarts neerwaarts".
Dit is een geleidelijk proces, maar dient wel goed in de gaten gehouden te worden.  

Conclusie:
• de achterbenen moeten goed leren naar voren te swingen onder het lichaam, naar het zwaartepunt;
• hiervoor moet de stuwkracht gereduceerd worden en de draagkracht ontwikkeld worden;
• de voorhand moet geleidelijk aan steeds meer ontlast worden
• zodat het voorbeen steeds makkelijker naar voren kan grijpen. (uiteraard speelt de lichaamsbouw hierbij ook een rol, maar we streven naar het best haalbare bij ieder individueel paard).

Dit geldt voor alle drie de gangen. Toch zien we dat het paard in draf (tweetakt met zweefmoment) het vaak makkelijker vindt dan in stap (viertakt zonder zweefmoment)

Tot nu toe heb ik tijdens het longeren alleen nog de stap, de draf en het halthouden gevraagd met de daarbij behorende overgangen.
Tijdens de overgang naar het halthouden mag Saleroso zijn lichaam niet naar mij toedraaien. Hij moet leren halthouden op de cirkel.

Werk aan de hand
Na het longeren beginnen we met het werk aan de hand.

STAP
Schouderbinnenwaarts
We beginnen met de cirkel, welke hij inmiddels goed kent van het longeren, waarna we de lange zijde opgaan met lichte stelling en buiging. Als dit lukt in ontspanning dan wordt de lengtebuiging iets vergroot door met de buitenteugel de schouder wat naar binnen te vragen. Het stokje zorgt ervoor dat het binnenachterbeen voorwaarts blijft grijpen naar het zwaartepunt, zodat deze rechtdoor blijft gaan over de rechte lijn.
De binnenteugel voorkomt het verlies aan stelling (directe binnenteugel) of het op de binnenschouder vallen (indirecte binnenteugel).
Op die manier ontstaat vanuit de rechtgerichte houding op de lange zijde de schouderbinnenwaarts.
De korte zijdes worden gebruikt voor de ontspanning.  


Linksom is de schouderbinnenwaarts lastiger doordat dit achterbeen liever stuwt dan draagt.
Daarom moet ik er goed op letten dat het linkerachterbeen echt onder de massa geplaatst wordt, zodat hij telkens een moment moet dragen en zich daardoor dus moet buigen onder het gewicht van de massa.

 

 

 De mate van de lengtebuiging is hierbij in het begin van minder belang. Naarmate het linkerachterbeen buigzamer en sterker wordt, kan de lengtebuiging wat vergroot worden, waardoor de belasting van dit achterbeen ook weer zwaarder wordt. Uiteindelijk zal zo een schouderbinnenwaarts ontstaan op drie of zelfs op vier sporen. 

Travers
De travers is een zijgang op twee hoefslagen, waarbij de achterhand zich van de hoefslag af naar binnen beweegt, zodat het buitenachterbeen stapt in het spoor van het binnenvoorbeen. De voorbenen bewegen zich recht voorwaarts over de hoefslag, terwijl de achterbenen zich voorwaarts zijwaarts verplaatsen.

 

 Deze oefening vond Saleroso de lastigste oefening. Waarschijnlijk brengt mijn andere lichaamspositie hem in verwarring. Maar met wat inventiviteit komen we een heel eind, zodat na veel oefenen toch een goede travers ontstaat.
Ook hierbij is er een voorkeur voor het ondertreden met het rechterachterbeen. (travers linksom)

De renvers:
De renvers is eigenlijk niets anders als de travers, maar dan met de wand aan de andere zijde van het paard. De trainer loopt hierbij aan de bolle zijde van het paard.

Als de travers eenmaal bevestigd is, kunnen we een nieuwe oefening introduceren, de renvers.
Aan het begin van een lange zijde wordt een schouderbinnenwaarts ingezet, waarna door uitsluitend de buiging te wisselen, de renvers ontstaat.
Zodra de bedoeling duidelijk is, voert hij deze oefening met gemak uit. Dit maakt het voor mij duidelijk dat de travers waarschijnlijk niet moeilijk is, maar dus mijn positie t.ov. hem.


Het appuyeren
De volgende oefening is het appuyement.

 

Aangezien de renvers weinig problemen gaf, kan hij ook deze oefening (zodra de vorm gecombineerd met de nieuwe bewegingsrichting duidelijk zijn) al redelijk snel netjes uitvoeren. Hierbij komt het aan op meer zelfbalans en zelfhouding van het paard.
Aangezien er nu nergens meer een wand is, waaraan nog hij, nog de ruiter, steun kunnen vinden. Zodoende moet hij zich tussen de hulpen van de ruiter blijven bewegen.

 Werkpirouette
Wanneer ook dit goed gaat, wordt op de middenlijn een halve (werk)pirouette ingezet en van daar uit weer terug geappuyeerd naar de hoefslag.



De halve werkpirouette is eigenlijk een travers op een kleine cirkel. Belangrijk is dat de lengtebuiging behouden blijft en dat de beide achterbenen beurtelings naar het zwaartepunt stappen. De schouders beschrijven een grotere cirkel om de achterbenen heen. Hierdoor kruist het buitenvoorbeen het binnenvoorbeen voorlangs.

Voor alle oefeningen blijft het meest belangrijke dat het paard zich altijd ontspannen voorwaarts neerwaarts beweegt, de ruiterhand volgend/zoekend.
Dit is alleen mogelijk wanneer hij met correcte lengtebuiging een van beide achterbenen naar het zwaartepunt beweegt, waardoor hij balans vindt. Dit evenwicht geeft het paard zekerheid, vertrouwen en gemak in het bewegen, waardoor hij zich kan blijven ontspannen in de oefeningen.

 DRAF
(Helaas heb ik nog een beeldmateriaal van de draf).

Na alle oefeningen in stap te hebben geoefend en al redelijk bevestigd zijn, is het tijd voor draf aan de hand. Hiermee beginnen we aan het einde van de vierde week.  

De volte in draf kent hij al, dus dat is geen probleem. Vanuit de volte gaan we een stukje de lange zijde op en vragen we een lichte lengtebuiging, een ondertredend binnenachterbeen en moet de tendens voorwaarts neerwaarts gehandhaafd blijven.  

De eerste keer dat je een nieuwe oefening doet met een paard ontstaat er vaak weer wat spanning waardoor er stijfheid op kan treden of weer extra stuwkracht. Maar door zelf makkelijk en ontspannen te blijven in je lijf en in de hulpgeving, ervaart het paard dat het eigenlijk niet zo’n hele moeilijke klus is en kan hij zich al snel weer ontspannen en zich openstellen en richten op de trainer.
Ook bij Saleroso was dit het geval. Na enkele pogingen snapte hij de bedoeling en ging het steeds beter. Ook hierbij had linksom weer de voorkeur.

Rechtsom bleek iets lastiger voor hem, wat resulteert in zijn oude gedrag, bijterigheid.
Maar door te beginnen met kleine stukjes en deze rustig uit te bouwen, zijn ongewenste gedrag te negeren, zelf rustig te blijven, goed leiding te geven en elke goede pas te belonen (met de stem en aan het einde met een brokje), levert ook rechtsom in draf aan het einde van week zes, geen problemen meer op.

Daarna volgt de schouderbinnenwaarts in draf. Dat pakt hij makkelijk op.
Doordat de travers in stap veel verwarring opriep bij Saleroso, besluit ik deze in draf voorlopig over te slaan en direct door te gaan naar de renvers.
En zoals verwacht, snapt hij deze oefening vrijwel direct en levert het weinig problemen op.
Daarna toch ook de travers geïntroduceerd en tegen de verwachting in, voert hij deze toch heel behoorlijk uit. Wat een fijn paard!

Tijdens de volgende oefening, het appuyement, heeft Saleroso de neiging om zich weer kort te zetten in de hals en de passen te verkorten. Dus dit vergt nog enige oefening.
Ditzelfde zien we tijdens de werkpirouette, waardoor hij moeite heeft met het regelmatig houden van het ritme en het vasthouden van de zuivere takt.

Terug naar Saleroso

Heeft u vragen of interesse?

Heeft u vragen, opmerkingen of interesse? Vult u dan onderstaand formulier in en u ontvangt zo spoedig mogelijk bericht.

Naam:
Email:

NOKR